Wil mij vergeven Majesteit
Dat ‘k van uw koninklijke tijd
’n Ogenblikkie durf te vragen
Ik weet ’t geeft voor mij geen pas
Maar ‘k docht – nou U ook moeder was –
Dat ik ’t wel zou mogen wagen
De buurvrouw naast me heeft gezeid
Dat U als vorstin, Majesteit
Geen tijd hebt om ’n brief te lezen
Dat dat uw secretaris doet…
Maar leest U deze zelf als U zo goed
Voor mij als moeder zijnd’ zoudt willen wezen
U moet niet kijken asjeblief
Dat ik met potlood deze brief
Op d’achterkant van ’n traktaatje heb geschreven
Er is geen mens die ’t voor me haalt
En niemand die ’t voor me betaalt
En buurvrouw kon niks beters geven
Terwijl ik leg hier in bed
Kan ‘k buiten in de straat de pret
En herrie van de mensen horen
Buurvrouw zeit alles is versierd
En dat er druk wordt feest gevierd
Omdat Uw kindje is geboren
‘k Heb ook ’n kindje, Majesteit
Dat nou ik schrijf hier naast me leit
’t Is ook ’n meissie, maar ’n daggie ouwer
Dan ’t uwe. Morgen ben ‘k weer op de been
Voor U gaat daar meer tijd mee heen
Voor ons slag mensen gaat dat gauwer
Maar ben ik morgen overeind
Dan weet ‘k, als ongehuwde moeder zijnd’
Waarachtig niet waar of ik heen moet
M’n dienst, die is me opgezeid
M’n laatste spaargeld ben ik kwijt
Aan kostgeld, vroedvrouw en an doopgoed
U is fatsoenlijk getrouwd
U heeft ’n man, die van U houdt
Och, wil in Uw geluk eens denken
Aan arme vrouwen zoals ik
Die in ’n dronken ogenblik
’n Schooier haar vertrouwen schenken
‘k Vraag voor mezelf geen hulp of geld
Ik weet het is met mij gesteld
Zoals met honderd stomme meiden
Die voor ’n vent z’n mooie smoel
Niet door verstand, maar door gevoel
Zich in d’ellende lieten leiden
Maar voor m’n meisje schrijf ‘k deez’ brief
Och God, ik heb ’t even lief
Als Uwe Majesteit d’r eigen kindje
Moet nou dat schaap de weg op gaan
Waar nou d’r moeder op moet staan
Geen mens troost, hellept of bemint je
Daarom als U weer beter ben
En weer geregeld werken ken
Laat uw ministers dan eens wetten geven
Waardoor ’n kind zoals ’t mijne
Als uw kind en als andere kleine
Niet als onwettig hoeft te leven
’t Is makk’lijk om te zeggen: ’trouw’
Maar God, je bent toch mens, toch vrouw
En trouwen moet je erger soms bezuren
Laat ’t door U zijn, Majesteit-bemind
Dat nooit ’n onbezonnen meid haar kind
Als hoerekind de wereld in moet sturen
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.