In een blokhut op de prairie woont een man:
rode haren, twee revolvers en niet bang
Hij woont eenzaam en verlaten
ver van steden en van straten
Wilde Johnny op zijn oude circuspaard
[Refrein:]
Zing ik ai ai jippie jippie jee
Zing ik ai ai jippie jippie jee
Zing ik ai ai jippie
Ai ai jippie
Ai ai jippie jippie jee
Op een dag moest Wilde Johnny naar de stad
Omdat hij geen kogels voor zijn colt meer had
Zeer voldaan en zeer tevreden
is hij daar toen heen gereden
Goed gewassen en geschoren helemaal glad
[Refrein]
In de stad kocht hij wat kogels en tabak,
slurpte whisky, speelde poker met gemak,
tot hij Jacky aan zag komen
fie zijn vijand was vernomen
Met zijn handen allebei fluitend in zijn zak
[Refrein]
Toen ineens was de strijd in volle brand
Jacky schoot Johnny’s colt uit zijn hand
Johnny liet zijn Colt vallen
Maar Jacky bleef maar knallen
Schoot de glazen en de flessen van de plank
[Refrein]
Johnny reed zo snel mogelijk met zijn paard
want de sheriff zat hem vlak achter zijn staart
Hij reed door dalen en ravijnen
tot de maan begon te schijnen
Viel hij dood van zijn ongelukkig paard
[Refrein]
Op de prairie onder wat stenen en wat gruis
ligt het lijk van Wilde Johnny ver van huis
Hij is als cowboy overleden
koning prairie van het verleden
En zijn mond is nu gesloten als een kluis
[Refrein]
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.