Luister eens Amalia, je bent een schattig kind.
Maar je hebt één zwakke zij,
Ik kan toch niet helpen dat ik jou verrukkelijk vind.
Maar jij toont geen medelij.
Wanneer jij nu niet wat meer toeschietelijk bent,
Krijg je nog te laat ’s spijt.
Zorg dat je de mannen op een prikje kent,
Zoo betreur je eens je jonge tijd.
Refrein:
Dat moet je niet doen, Amalia
Dat moet je niet doen, Amalia
Vraag ik om een zoen, Amalia
Dan gil je jakkes, ’t mag niet van pa.
Dat moet je niet doen, Amalia
Dat moet je niet doen, Amalia
Zoo’n heerlijke zoen, Amalia
Doet aan je zieltje heusch geen scha.
Dat moet je niet doen, Amalia
Dat moet je niet doen, Amalia
Zoo’n heerlijke zoen, Amalia
Doet aan je zieltje heusch geen scha.
Het lied werd ook gezongen met twee extra coupletten. Die luiden:
Kijk de kleine vogeltjes in’t onbegroeide woud,
Storen zich aan ons ook niet,
’t Vreemd gedoe der menschen laat hen toch Siberisch koud.
’t Vinkje kwinkeleert z’n lied,
’t Kneutje gilt niet zoo als jij in bloemen taal.
Fladder weg je ben geschift,
Zij roept niet je kust m’n heele snavel schraal,
’t Kost je straks een nieuwe lippen stift.
Refrein
‘k Weet dat jij als vele meisjes heusch geen kus versmaadt.
Maar zoo staat het intressant,
‘k weet dat jij me om te tergen telkens smeeken laat.
Jij ben meer dan bij de hand,
Want toen ik je laatst die boterbloempjes bracht,
Lachte jij je bijna slap.
Jij gaf mij een duw en met mijn bloemen pracht,
Zong ik weenend onderaan de trap:
Refrein
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.