Home / Liedjes / De arme Javaan, de arme inlander, de wrede Europeaan

De arme Javaan, de arme inlander, de wrede Europeaan

Met dank aan Frans Pennings en Jan van der Zee voor het insturen van de tekst

In ’t land van bruine mensen.
In ’t land van suikerriet,
daar kent de rijkdom gene grenzen.
Is dat soms een brave jongen.
Blijf ik van verwondering staan
en dan denk ik bij mij zelve.
Wat is een arme Javaan?

Daar op Java ziet men wroeten,
ja tot de knieën in het nat.
Voor iedereen blanke neder groetend,
die er passeren in hun pracht.
Kinderen die nauwelijks kunnen lopen
blijven van verwondering staan.
En wie verdient het geld bij hopen,
dat is die vreemde Europeaan.

Ginder in die verre desa,
daar woont het schone Javaans kind.
Het zijn de blanke die het daar zoeken
en het dan ook weldra vind.
De leliën die zo mooi zijn,
ziet men wenend henen gaan.
Maar wie plukt de roos der kampong,
dat is die vreemde Europeaan.

Europeanen arm of rijke,
uw beschaving kent ook uw grens.
Wil uw beschaving laten blijken
en behandel de Javaan als mens.
Want zij zijn ook hier geboren.
’t Is ook hun grond waar ze opstaan,
maar ze hebben hun rechte verloren.
Weer door die vreemde Europeaan.

Zware belasting en dure plichten,
die worden hun daar opgelegd.
Wil de arme Javaan niet zwichten,
ontstaat er weldra een gevecht.
Weggerukt van al de zijnen,
stormt hij op de vijand aan.
En wie zorgt daar voor die kleine,
dat is niet die vreemde Europeaan.

Versie 2:
In het land van bruine mensen,
In het land van suiker riet,
Kent de rijkdom gene grenzen,
In dat land dat zoveel biedt.
Zie ik al die bruine djongos,
En blijf vol meêdogen staan,
En dan denk ik bij mijzelven:
Wat nu, gij door arme Javiaan?

In de Java ziet hen wroeten,
Tot hun knieën in het slijk,
Om de blanken diep te groeten,
Die daar slapend worden rijk.
Kind’ren die nog nauwelijks lopen,
Jaagt men reeds tot arbeid aan,
Maar wie schept het goud bij hopen?
Het is de wrede Europeaan!

Ginder in de verre dessa,
Woont een jong Javaans mooi kind,
Waar, om zijne lust te lessen,
Toan blanda haar wel vindt,
Slechts omdat Sarina schoon is,
Moet zij naar de blanda gaan,
En wie plukt de roos der kampong?
Het is de wrede Europeaan!

Hoop belasting, zware plichten,
Worden hun steeds opgelegd;
Wil zo’n inlander niet zwichten?
Dan moet hij maar in ’t gevecht!
Weggerukt van al de zijnen,
Moet hij in de oorlog gaan,
Maar wie zorgt er voor de kleinen?
’t Is NIET de wrede Europeaan!

Europeanen, Arme, Rijke,
Ook het Onrecht kent zijn grens!
Laat dan Uw beschaving blijken,
Zie de inlander als mens!
Want zij zijn toch daar gebòren,
’t Is hùn grond waarop zij staan,
Ook al zijn zij hem verloren,
Al aan de wrede Europeaan!

Versie 3:
Indië, ’t land van bruine menschen,
Indië, ’t land van suikerriet,
Kent U rijkdom dan geen grenzen,
Welk land dat zoo iets bied.
Hij die daar al is geboren,
’t Zal hem altijd, wil hij gaan,
Maar wie heeft er ’t recht verloren?
’t Is die arme Javaan.

Ziet ze in die lava zwoegen,
Tot hun knieën in het nat,
Iedere Blanka nederig groeten,
Die niets op heeft met hun smart.
Is er een soms, die hun terug groet,
Ziet hun dan verwondert staan,
Maar wie is daar de schuld van?
Niet de arme javaan.

Woont er in de verre dessa,
Soms een schoon Javanenkind,
Het is de Blanda, die daar heen snelt,
Het meisje zoekt en haar ook vindt.
En Sarinaa, die zoo mooi zing,
Ziet men schreiend henen gaan,
Maar wie plukt de vrucht der dina,
Niet de arme Javaan.

Ziet de arme bruine mannen,
Ziet ze zwoegen zware vracht,
Ziet de arme bruine vrouwen,
Werken tot middernacht.
Kinderen die nauwelijks kunnen loopen,
Ziet men van vermoeidheid staan,
Maar wie verdient er ’t geld bij hoopen,
Niet de arme Javaan.

Dure belasting, zware plichten,
Worden hem daar opgelegd,
Wil de arme Javaan niet zwichten,
Ontstaat er dadelijk een gevecht,
Weggerukt al van de zijne,
Gaat hij op de vijand aan,
Maar wie zorgt er voor zijn kleinen?
Niet de wrede Europeaan!

Europeanen, arme en rijke,
Kent na wreedheid dan geen grens,
Laat uw beschaving dan toch blijken,
En behandel de Javaan als mensch,
Want hij, hij is hier toch geboren,
’t Is toch zijn land waar wij op staan,
Maar wie heeft hier ’t recht verloren,
’t Is de arme Javaan.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten