Een compagnie tinnen soldaten die leefden zo broederlijk eens van zin
en ze waren ook allen gegoten uit dezelfde lepel van tin.
Eens moesten zij exerceren op de vensterbank, vlak aan de straat.
De tamboer sloeg de roffel ze marcheerden precies in de maat
De regen sloeg neer, het was hondenweer
Door het open raam sloeg een fel orkaan, een fel orkaan
Die arme tinnen soldaten, ze konden ternauwernood staan
Toch moesten zij exerceren, marcheren in de nood
maar plots verdween de vleugelman:
hij viel op de straat, op straat in de goot.
En ze keerden met loden schoenen, op de maat van de treurende trom
die roffelde diep verslagen van hij keert nooit weerom
Rataplan, rataplan, rataplanplanplan, plan, plan.
Er waren twee knapen zij speelden op straat,
zij zagen hem vallen, de tinnen soldaat
Zij vlochten van oude couranten een boot
en lieten die drijven in het nat van de goot.
Toen maakten de jongens met veel plezier
van het tinnen soldaatje een passagier.
Hij stond overeind in de boot als een held
al zweepten de golven met nog zo’n geweld
het ging in een razende vaart naar de brug
waaronder de boot verdween.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.