Home / Liedjes / De begrafenis van Manke Nelis/De terugkomst van Manke Nelis
1362

De begrafenis van Manke Nelis/De terugkomst van Manke Nelis

(Ferry/Hekman)
Met dank aan Monique Engels en Mechie Smink voor het insturen van de tekst

De begrafenis van Manke Nelis

De hele Willemstraat, die sting in rep en roer
Een ieder trok z’n zondagse pakkie aan
We mosten Manke Nelis, die ‘m was gepiept
Met z’n allen netjes begraven gaan
Familieleejen en ieder die ‘m had gekend
De loterijclub en ’t viscolegie was present

Ome Gerrit die liep zwaaiend met z’n vrouw
Met rooie das, maar ook verder in de rouw
En al de kraaien, gewoonlijk van geen neutje vies
Sloegen bij schele Dries gauw wat taaien achter hun kies
En de buurvrouw jammerde: ‘Sapperloot
Die arme Manke Nelis, zo in ene dood
’s Avonds is ‘ie, volgens Daan, gezond en wel naar bed gegaan
En vanmorgen zo ineens dood opgestaan’

Z’n vrouw werd door de hele buurt gecondoleerd
En die riep: ‘Zo haait een mens zo altijd wat
Aan een kant is ’t goed, dat ‘ie ‘m is gecrepeerd
Want zo’n lollig leven heb ik nog nooit gehad
Hij heb nog nooit een cent verdiend, want altijd was ‘ie los
Nou krijg ik tenminste honderd gulden uit het dooienbos’

Toen de stoet voorkwam, toen hees men zo heel droog
Die arme Manke uit ’t raam, van vier hoog
En een ieder riep: ‘Opzij, hij is gemeen genoeg, subiet
Bovenop je test te springen, als ‘ie er de kans toe ziet’
Toen ’t lijk beneden kwam, werd ‘ie heel net
Met blommetjes in ’t eerste rijtuig neergezet
Daarop stapte iedereen in de rijtuigen meteen
En toen ging de stoet naar de begraafplaats heen

Maar in de Spaardammerstraat werd eerst gestopt, o zo
Bij een kroegie, op voorstel van Rooie Bart
Ze haalden Nelis netjes uit ’t rijtuig
Zetten hem toen zolang maar onder ’t biljart
Toen ’n partijtje stoten, en de hele rouwstoetsie
Zocht in de Ouwe Kats vergetelijkheid voor hun verdriet

Toen ’t soepie dronken werd riepen ze luid
‘Jongens, nou Nelis wegbrengen, vooruit’
En een ieder in de bakkies aangedaan
En ze zongen: ‘Dooie Nelis zal nooit verloren gaan’

Maar bij de begraafplaats, daar gilde Rooie Bart
‘Die arme manke staat nog onder ’t biljart
Nee jongens, ik ben d’r erg voor
We motte die goser halen, hoor
Zonder Nelis gaat de voorstelling niet door’

Ze haalden Nelis netjes uit de kroeg vandaan
En ze reeje in een gestrekte draf
Zingende en zwaaiend, net of ’t een bruiloft was
Die arme Manke Nelis naar z’n graf
Onder een dronkemans gespeech en Ouwe Kats gehuil
Viel ome Gerrit, met een plons, bij Nelis in de kuil

Ome Hein zei: ‘Laten we niet langer blijven staan
Zand erover, waarin alles is gedaan’
Toen ome Gerrit ’t hoorde schreeuwde die in doodsangst uit
‘Nog geen zand erover Hein, laat mij d’r eerst ‘ns even uit’

Hij kroop die kuil uit en hij stompte d’r een paar opzij
Nou, toen werd ’t dra zo’n fijne knokpartij
’s Avonds kwamen ze aangedaan
Wijl z’op geen benen meer konden staan
Van de begrafenis terug, in de Jordaan

De terugkomst van Manke Nelis

‘k Bezong U Manke Nelis zijn begrafenis
Maar nu komt het mooiste nog pas aan
Ik zal u nu het laatste nieuws vertellen gaan
‘k Wed dat u versteld er van zal staan
Ze zaten in de kroeg zooals ik u reeds heb verteld
Toen plotseling dronken Toon lijkwit naar binnen kwam gesneld

Refrein:
Hij riep jongens een glas water voor den schrik
D’r is een wonder pas gebeurd menschen ik stik
Want zoo even komt de man van het kerkhof bij me aan
Die verteld mij dooie Nelis is zoo juist weer opgestaan
Hij was maar schijndood is zoo even woest gestemd
Uit zijn kuil geklauterd en zoo in zijn hemd
Fijn gewandeld naar den dijk
En daar zit ie nog te kijk
Als het weder nagemaakte levend lijk

Als antwoord klonk een rauwe kreet toen door de kroeg
Een ieder stond genageld aan den grond
Dronken toen van schrik elkanders glaassie leeg
Keken stom verslagen in ’t rond
En Schele Dries die riep er moet gehandeld worden vlug
Bestel de stoet op nieuw
Dan halen we Nelis terug

Refrein:
Dat was goed en zoo gezegd zoo ook gedaan
En even later zag men voor het kroegie staan
De koets en bakkies die ‘m ’s morgens weg hadden gebracht
En al de kraaien liepen in
Hun officieele kleederdracht

En Tone reed de vreemde stoet met veel bekijk
Weg om Nelis op te halen van de dijk
Kijk eerst eens goed riep Rooie Kris
Of het Manke Nelis degelijk is
’t Komt mij te link voor hoor
Die heele bissenis

Maar in de Spaarndammerstraat werd weer gestopt
Bij ’t zelfde kroegie van Rooie Bart
Maar Nelis riep rij door want anders blijf ik hier
Misschien weer staan onder het biljart
En hossend zingend is het stel de stad weer door gegaan
Kwam de versierde rouwstoet weer terug in de Jordaan

Refrein:
Nelis sprong toen in zijn hempie op den bok
Riep wie leent me effie een broekie of een rok
‘k Sterf hier van de kou ik sta te rillen als een riet
Ik krijg een bekeuring aan me pet wanneer een smeris me zoo ziet

En ze stopt voor de deur toen van zijn vrouw
Toen die d’r vent weer zag staan viel ze bijna flauw
Gild’ O Nelis wat een strop
Sterf nou gauw want die 100 pop
Die ik van de dooie bos gekregen heb zijn op

De bosbode die Nelis zag die kreeg een stuip
Gilde me 100 poppies terug heden
Als je ze niet op staande voet terug geeft hier
Sla ik je nou meteen de hersens in
Die grappen makerij van jou die kosten me lood subiet
Betalen je kist weer in of je peiger bent of niet

Refrein:
De kastelein riep wacht nog effe dooie vent
Laat ie me eerst betalen ik krijg nog 80 cent
En zijn vrouw riep zeg dooie dief wat lever je me nou
Ik heb al weer een andere vent
Ik heb niet gerekend meer op jou
Maar Nelis riep scheldt maar raak ik hou me stil
Ik zal toch zeker dood gaan wanneer ik wil
‘k Blijf fijn nog wat in mijn Jordaan
‘k Heb nog een lekker neutje staan
Leve de lol die dooie boel is niks gedaan

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten