’t Was gisteren een dag van rouw
Mijn schoonmama die goeie vrouw
die brachten wij naar het kerkhof, ach ach
wat een droeve, nare dag
Schoon zij haast tachtig jaren was
trof ons die slag nog veel te ras
En nu, nu rust haar dierbaar lijk
daar ginds in ’t kil dodenrijk
‘t Windje suisde door ’t geblaert, tra la la
’t Zonnetje scheen zoo vrolijk op aard
Daar staarde wij haar achterna
Plechtig was het wel o ja larifla
Naast mij in ’t voorste van de stoet
daar gingen ook met vol gemoed
mijn zwagers, allen diep bedroefd
Wel allen zwaar beproefd
Een sprak met diep bewogen stem:
Wat een wrede slag, en ik antwoordde hem
al snikkend bracht ik ’t uit, o,God
Hoe wreed treft ons dat treurig lot
Mijn gemoed is meer dan vol, tra la la
Ik word er gek van, stapeldol
Allen barsten we het uit
We huilden ons kapot bijna, larifla
Zoo zag men ons treurig voorwaarts gaan
Daar kwamen wij op ’t kerkhof aan
en aan de groeve stond de baar
en rondom heel de familieschaar
We huilden, we snikten, we gilden ’t uit
wat akelig bang wat naar geluid
Dag Schoon-Mama, zoo lief en teer
we zien u helaas nimmer meer
En toen ging de kist omlaag, tra la la
En als in wanhoopsvlaag
sprongen wij haar bijna na
onze lieve Schoon-Mama larifla
En toen ging het naar het sterfhuis daar
Daar stond een goeie tafel klaar
Een dejeuner heel keurig fijn
Port en Madeira wijn
Bedroefd viel elk van ons er op aan
En eer werd aan den disch gedaan
want toen men ’s avonds heen wou gaan
kon geen van ons goed meer staan
Allen waren we min of meer, tra la la
overzalig in den Heer
Zoo besluit de uitvaart, ja
Van ons lieve Schoon-Mama larifla
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.