De bonte bloemen slapen
In zilv’ren maneschijn;
Ze staan te knikkebollen
Op steeltjes rank en fijn.
Zacht ruist de bloeiende-appelboom,
Als lispt hij in een zoete droom.
De dart’le vogels zingen
De zon een goede nacht
En gingen vredig slapen
In nestjes warm en zacht.
De nachtegaal zingt gans alleen,
Zijn lied klinkt door de blaad’ren heen.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.