Home / Liedjes / De bruid

De bruid

Met dank aan Betsy van Dijk voor het insturen van de tekst

M’n zoon zo sprak de Vader,
M’n vriend z’n liefste dochter, die komt logeren hier.
Ze heeft nu al de leeftijd van bijna twintig jaar;
Ik zou toch zo graag worden de Vader van ’t paar.
Ach, nee, zei toen die jongen, ach, Vader, vergeef ’t mij,
Ik kan met haar niet trouwen, m’n hart is niet meer vrij!
Want ik bemin in stilte ’n meisje lief en teer.
Welnu, sprak boos de Vader, dan ben je m’n zoon niet meer!

Des avonds is de jongen naar ’t meisje heengegaan;
Ze zei: wat kijk je treurig, wat blijf je verlegen staan.
Hij zei: We moeten scheiden, m’n hart blijft jou verpand ..
Maar Vader dwingt me te trouwen, ’n meisje van rijke stand.
Moet jij ’n ander trouwen, doe dan maar je Vader’s zin,
Want geld gaat boven liefde, dat zie ik nu wel in!
Ze namen teder afscheid, geslagen ging hij weer;
Haar hartje was gebroken en zei viel toen snikkend neer!

De trouwdag was gekomen, ’n trouwdag zonder lach;
Hij dacht aan z’n eerste meisje, dat hij nu nooit meer zag.
Op weg naar zijn aanstaande, in de arm ’t bruidsboeket,
Passeerde hij haar woning, ging binnen met zachte tred.
Daar lag z’n teergeliefde, ’n blos op haar gelaat;
Hij snikte om vergeving, ’t was nog niet te laat.
Ze zei, met matte glimlach, terwijl ze haar ogen sloot:
Ga jij gerust naar die ander, want ik ben de bruid des doods.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten