Home / Liedjes / De filosofische ekster

De filosofische ekster

(Eduard Jacobs 1868-1914)
Met dank aan Jeanne Albers voor het insturen van de tekst

Een ekster stal op zeek’re morgen
Een gouden armband van mevrouw
Hij had hem op een plek verborgen
Waar men hem niet gauw vinden zou
Maar ’n papegaai ging hem verklappen
Men sloot hem in een donker hok
En lorre lachte en maakte grappen
Toen de arme ziel zijn cel betrok

De ekster ging heen
En dacht: Hoe verkeerd
Dat heeft-ie bepaald
Van de mensen geleerd

Toen de ekster weer was vrijgekomen
Nadat hij een jaar gezeten had
Heeft hij maar gauw de vlucht genomen
Ver van die grote muffe stad
Hij wou een onderkomen vinden
Bij ’n ouwe vriend of een vriendin
Doch waar hij kwam, hij vond geen vrienden
Men liet de stumper nergens in

De ekster ging heen
En dacht: Hoe verkeerd
Dat hebben ze nu
Van de mensen geleerd

Hij zag in drukke conversatie
Een troepje eksters in de wei
Hij dacht: ‘k Ben van de permitatie
En kwam dus kalmpjes erbij
Maar dat bezoek heeft hem gespeten
Hij kreeg van alle kanten troef
Men riep: ‘Je hebt een jaar gezeten
Laat ons met rust, gemene boef!’


De ekster ging heen
En dacht: Hoe verkeerd
Dat hebben ze vast
Van de mensen geleerd

Zo zwierf de ekster vele dagen
Ten prooi aan honger en verdriet
Hij durfde nergens hulp meer vragen
Daar zijn familie ‘m zelfs verstiet
Hij wilde werken als tevoren
Maar daarin heeft hij zich vergist
Steeds moest hij van zijn misdrijf horen
En zo werd hij recidivist

Terwijl hij weer stal
Dacht hij: ’t Is verkeerd
Maar dat heb ik nu
Van de mensen geleerd!

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten