Home / Liedjes / De idealisten

De idealisten


Ze gaan langs de straat als geranselde honden,
Ze kijken de mensen zo nederig aan,
Ze loopen te koop met hun dierbare zonden,
Ze spreken van zielen die blijven bestaan.

Ze plagen ons allen met geldidealen;
Modelmaatschappij, waarin elk produceert,
Ze wijzen ons overal wonden en kwalen,
Ze zijn zoo menschlievend, naïef en geleerd.

Ze spelen den Christus in krotten en kroegen,
Ze eeren den werkman, ’t volk is hun God,
Ze laten ’t volk en den werkman waar zwoegen,
Omdat ’t op aarde nu eenmaal zoo moet.

Ze maken zich druk over stemmen en kiezen,
Ze stellen zich overal graag candidaat,
Ze hebben gewoonlijk geen stook te verliezen,
Ze krijgen den kost van ’t volk en den staat.

En als ze dan eenmaal als Kamerlid zitten,
Dan doen ze brutaal, onbeschoft, familiaar,
Ze zitten op alles en ieder te vitten,
Alles wat geld heeft is smerig en naar.

En wat er op aarde zooal wordt geleden,
Daar kijken ze nuchter en kalm overheen,
Ze willen geen betere menschen en zeden,
Ze willen regeeren en dat maar alleen.

Ze willen partijen de menschen verdeelen,
Ze kweeken slechts vijandschap, afgunst en haat,
Totdat ’t de menschen te zeer gaat vervelen,
Dan zetten ze d’ idealisten op straat.

We kunnen ze missen die idealisten,
We haten hun zoet en menschlievend gezeur,
We krijgen genoeg van hun snoeven en twisten,
En van hun onmanlijk en futloos getreur.

We willen weer leven voor lachen en springen,
Voor liefde, voor vrouwen, voor hartstocht en wijn,
We willen luidruchtig weer juichen en zingen,
We willen de Goden op aarde weer zijn.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten