Home / Liedjes / De kerstezel

De kerstezel

Schrijver: Harry Jekkers en Koos Meinderts
Componist: Harrie Jekkers en Leon Smit
Jaar gepubliceerd: 1990
Met dank aan Jeanne Albers voor het insturen van de tekst

jongen verdriet

Het gebeurde op 12 december:
we waren aan het rekenen
en ik was al klaar
dat de meester zei: “leg de pennen maar neer
wij mogen het kerstspel
spelen dit jaar”.

Toen ging hij de rollen verdelen.
Als eerste koos hij Marjolein
en toen zij Maria mocht spelen
hoopte ik, dat ik Jozef mocht zijn.

Maar natuurlijk werd Peter weer Jozef.
En Ruben en Kees en Martijn die werden als derde gekozen
die mochten de koningen zijn.

Toen dacht ik: dan maar een herder.
Dan sta ik wel wat achteraan,
maar dan schuif ik naar voren, steeds verder
tot ik naast Marjolein kom te staan.

Ook herder mocht ik niet spelen.
En Paul en Yvonne die werden de os.
De rol die ik kreeg moest ik delen,
ik moest de ezel zijn,
samen met Jos.

Hij, hij moet dit jaar de ezel zijn,
ik moet de ezel zijn.
Hij, hij moet dit jaar de ezel zijn,
ik moet de ezel zijn.
Toen ik het hoorde ging ik door de grond
en ik ben niet eens de voorkant…
Nee, hij is de kont.

En toen is het pesten begonnen
(nananananana)
met z’n alle alleen tegen mij.
Steeds werden er grapjes verzonnen
met telkens die stomme ezel erbij:
hee! wat kost dat nou: ezeltje rijden
of
ezeltje prik, hup, een pen in je rug
zeg hou jij je hoeven is bij je
en met gym stond ik opeens
in de ezelsbrug.
En de meester zei soms:
“Ja, nou weet ik het wel.
Hou nou eens op met dat eeuwige ezelgeklier”.
Maar ze pakte me terug
direct na de bel
en riepen in het speelkwartier:

Hij, hij moet dit jaar de ezel zijn,
ik moet de ezel zijn.
Hij, hij moet dit jaar de ezel zijn,
ik moet de ezel zijn.
Toen ik het hoorde ging ik door de grond
en ik ben niet eens de voorkant…
Nee, hij is de kont.

Een dag voor we op moesten treden
kwam Jos niet op school.
Hij had zogenaamd griep,
maar dat was enkel alleen om de reden
dat ie als voorkant voorschut met me liep

“In mijn eentje speel ik geen ezel” riep ik.
Maar toen zei Marjolein
“laat een ander Maria maar wezen,
ik wil samen met hem de ezel wel zijn”.

Pas langzaam drong het tot me door
en de hele klas zong in koor:

“Hij, hij mag dit jaar de ezel zijn,
ik mag de ezel zijn.
Hij, hij mag dit jaar de ezel zijn,
ik mag de ezel zijn.
Toen ik het hoorde ging ik uit mijn dak.
Hij mag met Marjolein,
ik mag met Marjolein,
hij mag lekker met Marjolein
samen in 1 pak.



Kinderen voor kinderen
Kijk ook het filmpje:

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten