Home / Liedjes / De kettinghond

De kettinghond

(Duo Reek)
Met dank aan Marc Blokland (†) voor het insturen van de tekst

Twee meter ketting aan een paal in de grond,
Aan ’t eind van die ketting, een verwaarloosde hond.
Bedroefd staan zijn ogen, verwaarloost is zijn huid,
Maar bast bij ieder geluid.

Refrein:
Ik ben een kettinghond,’k lig aan een keten,
Ik heb een ruwe baas, slecht is mijn eten.
‘k Hoor nooit een vriend’lijk woord uit iemands mond,
Er staat een bord bij mij, gevaarlijk denk om de hond.

Hij ontving nooit veel liefde, werd nimmer verwend,
Een hand die hem streelde, heeft hij ook nooit gekend.
Heel vaak zag hij spelende honden in ’t land,
En zuchtte diep, ‘k lag in de verkeerde mand.

Refrein

Een paal met een ketting, maar de halsband is leeg,
Hij verlangde naar rust die hij eindelijk kreeg.
Bij de paal waar hij stond, rust nu in de grond,
Hij, de kettinghond.

Refrein

‘k Was maar een kettinghond, ‘k lag aan een keten,
Mijn baas is mij allang vergeten.
Maar eindelijk vond ik vrede en rust,
In de kille, ja kille grond.
Er groeien geen bloemen maar onkruid op mijn graf,
‘k Was maar een kettinghond.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten