Ik was laatstmaal eens uitgegaan,
Ik dacht in mijn eigen ik wil nu voorwaar
Ik wil nu gaan zoeken eene vriendin,
Ik vond er een naar mijnen zin.
Ik sprak dat meisje zeer zachtjes aan,
Mijn woorden wilde zij verstaan.
En ik vroeg om elkaar te beminnen
Mijn woorden nam zij aanstonds aan.
Refrein:
Zoo vurig vol van min
Was mijn hart en mijne zinnen.
Als ik dacht aan dat schoone kind,
Dat mij zoo tot de liefde dwingt.
Hoe schoon en rein is zij,
Madelijn mijn vriendinne,
Haar woorden klinken mij zoo zoet
Voor haar mijn vleesch en bloed.
Geen een op aarde was er niet meer
Die ik beminde toch zoo teer
Als Madelijn mijn vriendin
Die voor eeuwig staat in mijn zin.
Haar fijne glans op haar bruin haar
Drukt mij de liefde zeker voorwaar.
Daarom wil ik haar zeker beminnen
Gij die blijft in mijn gedacht.
Refrein
Dan gingen wij door bosschen en kant
Dat vonden wij toch zoo plesant,
Ik legde mijn hand op hare borst,
Een liefdekreet brak bij haar los.
Zij sprak mijn vriend ik geef u mijn harte,
Al moest ik lijden veel pijn en smarten.
Want niemand die mij nog kan verblijden,
Als gij mijn ware minnaar.
Refrein
Ik sprak dan ook tot mijn vriendin
Als gij mij dan zoo teer bemint,
Krijg ik dan uw maagdebloom.
Wilt er toch eens mijn wil voldoen,
Dan blijft mijn hartje gansch voor u,
Denkt wij zijn samen in het geluk.
Madelijn kom wil mij verblijden,
Laat mij niet langer in ’t lij.
Refrein
Zoo wonder schoon in hare fleur,
Gaf haar een zoen en sprak tot heur:
Meisje lief wij zullen samen trouwen,
Gij moogt mij op uw goed betrouwen.
Als uwen man voor God en wet,
Ik zweer u mijn liefste zoo schoon en net,
Vader en moeder zal zijn kontent,
Als ge zijt uit d’ ellende.
Refrein
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.