In de kranten is gewezen
Op gemis aan slanke lijn.
Dat er bij de toneelisten
Zulke dikke menschen zijn.
Aan ’t Neêrlandsch in ’t bijzonder
Zijn de luitjes te gerond,
Nergens loopen op de planken
Zulke dikke menschen rond.
Waarom zorgt toch zoo’n gezelschap
Dat het niet wat slanker wordt,
Waarom blijft ’t altijd zwellen
Waarom doet het niet aan sport?
Waarom gaan ze niet wat boksen,
Waarom rijde ze geen fiets,
Waarom spelen ze comedie
En niet voetbal of zoo iets?
Als De Vos nu eens ging boksen
In een tricot voor de deur,
Of Meunier een hoogstand maken,
Op de rug van Pa de Leur.
Of als Bouwmeester kon werken
Aan de ringen of de brug,
Nam misschien nog de Direktie
Hem als akrobaat terug.
Wat zou dat ’n menschen trekken
Naar ons Koninklijk Tooneel,
Als er stond op de billetten
Schoonhoven springt door z’n keel.
Als Van Dijk ging slangemenschen
En Meijin met Schultze vocht,
Was, ’t zonder Strauss of Ibsen
Elken avond uitverkocht.
Nouhuys laat de kranten praten,
De Direktie boft er mee,
Mag’re menschen zijn te lastig,
Dikke zijn al gauw tevreê.
En de toneelisten denken
Als ze op hun buiken slaan:
Het publiek wil ons niet anders
En de rest gaat niemand aan.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.