Home / Liedjes / De stommeling

De stommeling


Heeft men het heden goed, volgt somtijds tegenspoed.
Heeft men dikwijls verdriet, glorie vreugde in ’t verschiet.
Daarom ik blijf er bij, beschaving maakt ons vrij.
Hij die het beste scherpt zijn brein, reist met de eerste trein,
Want menig domme strop, die niets heeft in zijn kop,
En zich heel wat verbeelen die noemt men onverheelen,
O wat een stommeling.

Een lieve aardige meid die met een werkman vrijd,
Maar in het huis waar zij dient, komt een luitenant tot vriend,
Zij denkt jong wat een eer de vrouw van zoo’n mijnheer,
En schrijft de jongeling af, die zij het jawoord gaf.
Maar ’t regiment gaat heen, haar vreugde verandert in geween,
Want zij krijgt van de officier een aardig souvenir,
O wat een stommeling.

Een oude rentenier, hij woonde laatst nog hier,
Zond zonder aarzelen zijn vrouw naar Scheveningen.
Opdat zijn jonge vrouw niets overkomen zou,
Zend hij een huisarts mee, die voelt zich zeer tevree.
De rentenier, hoe dom, telt zich de vingers krom,
Aan ’t geld wat hij ook naar ’t Scheveningen zenden kan,
O wat een stommeling.

Een zeer reumatieke heer, trouwt voor de derde keer,
Een ieder zegt hoe gou, die vrouw is te jong voor jou.
Hij zegt och praat maar toe, ik weet wel wat ik doe.
En zie nog binnen ’t jaar vermeerdert het oud’ren paar.
De baker zegt dan licht, dat kind is uw gezicht,
En hij o ja, o ja, ik ben wel de papa.
O wat een stommeling.

Hoe men in de oude tijd een jongeling heeft gevleid,
Door Potifar zijn vrouw die Jozef hebben wou,
Zij sprak mijn beste vriend ik wil dat gij mij dient,
Breng mij iederen morgen thee, ik ben steeds in mijn neglicé.
De thee werd haar gebracht en eer hij er aan dacht,
Schoot haar neglicétje af, hij vluchtte op een draf.
O wat een stommeling.

Laatst zocht een jongeling op ’t bal een aardig ding,
Een meisje lief en rein, met oogjes blauw en klein,
Als hij zich stelt voor, fluistert zij hem in ’t oor:
‘Ach lieve beste mijnheer, ik wou dat je mij tracteer’,
Die jongeling zegt ‘hoe lief, is toch die hartedief.
Hoe braaf is zij en trouw, die neem ik tot mijn vrouw.’
O wat een stommeling.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten