
In het topje van een den
bijna in een wolkje,
zat de allerkleinste spruit
van ’t kaboutervolkje.
Uit een spreitje, fijn gehaakt,
had hij vleugeltjes gemaakt,
want hij wou proberen
’t vliegen aan in leren.
Hup! daar sprong hij uit de top.
Maar… hij bleef niet zweven,
angstig vlug ging hij omlaag,
’t kostte haast zijn leven.
Zeven mussen en een muis
brachten hem naar ’t ziekenhuis,
waar men zal proberen
hem te repareren.