Home / Liedjes / De vliegtuigramp in Apeldoorn 1946

De vliegtuigramp in Apeldoorn 1946

(op de wijs van: Aan het strand stil en verlaten)

Heel ons land is diep bewogen, door het vliegtuigongeluk.
Door dat roekeloze vliegen, sloegen heel wat levens stuk.
Vliegenier wou daar eens tonen, wat hij zoal had geleerd.
Jammer dat zoals we hoorden, zo’n duikeling is toch verkeerd.
Voor de ogen van zijn moeder, brak de vleugel van ’t machien.
Moeder schrok, viel dood ter aarde. Ze zullen elkander nooit meer zien.

Door het breken van die vleugel, stortte het vliegmachien omlaag.
Brandend kwam het naar beneden, op een school met jongens af.
Niemand kon die vuurgloed wijken, alles brandde in ’t gebouw.
Weg zijn nu die jonge levens, heel de stad is nu in rouw.
Vier en twintig jonge levens, vonden in dat uur de dood.
Door de schuld van zo een vlieger, wijl die ons zijn kunstje bood.

Hij die vliegt die moet steeds denken, wie onder hem beneden zijn.
Op de school de ziekenhuizen, zitten mensen groot en klein.
Speel toch niet met eigen leven, want je leven is soms kort.
Maar denk ook dat ’t kan gebeuren, ook aan de rug getroffen word.
Moge deze ramp voor vliegers, toch een voorbeeld wezen zal.
Denk aan wat er kan gebeuren. Dat duikelen wordt, een tranendal.

Vier en twintig jonge levens, gaan tezamen in een graf.
’n Ogenblik van roekeloosheid, brak hun hele leven af.
Moge God genade schenken, ook aan hem die ’t heeft gedaan.
Want ook hij en ook z’n moeder, zijn in hetzelfde graf gegaan.
Rust in vrede gij daar allen, ja, allen die de dood daar vond.
Wie van u had kunnen denken dat zo’n ramp nog ooit bestond.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten