Al ben ik geslaagd in ’t leven
En word ik door velen benijd,
Het heeft me nooit vreugde gegeven,
Het heeft me nooit verblijd.
Want steeds is ’t weer ’n beproeving,
Wanneer men mij vraagt: “Hoe ik heet,”
Want wat ik dan zeg is ’n leugen,
Omdat ik m’n naam niet weet.
Refrein:
Al heb ik geen vader en moeder gekend,
Toch ben ik ’n mens met ’n hart.
Ik heb idealen en ik heb m’n trots,
Waarmee ik de wereld tart.
’n Vader had ik willen hebben,
Ik had graag m’n moeder gekend.
Ik werd net als andere kind’ren,
Ook graag eens echt verwend.
Waarom hebben zij me verstoten,
En trokken zich niets van me aan?
Waarom moet ik toch door ’t leven,
Als vondeling zonder naam?
Refrein
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.