Toen Reneetje buiten speelde
Zag hij plots een vuile hond
En z’n kinderhandjes streelden
’t Haveloze dier terstond
Het beest keek met z’n hondenogen
Dankbaar naar ’t lieve kind
’t Was alsof hij zeggen wilde
Eindelijk heb ik een vrind
Samen gingen ze toen huiswaarts
’t Vuile hondje en Renee
Maar z’n vader zei: die straathond
Gaat m’n huis uit, weg ermee
Na veel bidden en veel smeken
Gaf papa toch z’n fiat
Dolgelukkige Renee heeft
Nooit een trouwer vriend gehad
Op een middag werd de kleuter
Ziek uit school naar huis gebracht
Voor ’t bedje van de peuter
Lag de straathond dag en nacht
En Reneetje’s kleine handjes
’t Was of hij daar troost bij vond
Streelde dikwijls als hij pijn leed
Urenlang die vuile hond
Op een nacht is hij gestorven
Tot z’n ouders groot verdriet
Toen Reneetje werd begraven
Zagen zij ’t hondje niet
Maar toen zij het graf bezochten
Op dat kleine plekje grond
Waar hun liev’ling lag begraven
Vond men daar die vuile hond
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.