
Spetter de sputter de spat
De straten krijgen een bad
De nufjes schrikken, wip! Opzij!
Mijn schoen word nat mijn kleedj’ erbij
Oh foei wat een last is dat,
Zoo’n waterwagen door de stad.
Spetter de sputter de spat
De straten krijgen een bad
De jongens nee, die schrikken niet.
Hoor Frits en Bob en Hein en Piet
‘De waterwagen komt er aan
Toe, zullen wij er achter gaan?’
Spetter de sputter de spat
De jongens nemen een bad
Een stortbad op hun hoofd en nek
’t Gaat langs hun rug van lek lek lek!
Hoera, hoera wat pret is dat
Zoo’n waterwagen door de stad.