’t Was nacht, iedereen was te ruste
Na ’t volbrengen van zijne taak
Doch plots voelde men d’ aarde beven
Door ene ontploffing aldaar
’t Volk verontrust door al die slagen
Ontvluchtte zijn have en goed
’t Verspreidde zich door de straten
In angstig gegil en geroep
Refrein:
Aan een fabriek aldaar
Stroomde het volk tegaar
O wat een wrede ramp
Riep men alom t’ allen Kant
Men moet bedanken die mannen aldaar
Die ondanks alle gevaar
Ten beste gaven hun leven en bloed
En streden voor andermans goed
Een tijd na dit wrede gebeuren
Men zag met deernis op ’t gezicht
Een man uit de puinen wegdragen
Zijn lijk nog door vlammen verlicht
Op de plaats van ’t onheil gebleven
Om ook te bestrijden die ramp
Werd hij daar de dood ingedreven
Als offer in dien wreden kamp
Slotrefrein:
Hulde aan hen die kloek
Ondanks het felle gevaar
Streden in dien vuurgloed
Dat vonden zij geen bezwaar
Laten wij hopen voortaan in ’t verschiet
Dat het niet weder gebeurt
Het brengt niets mee dan veel wee en verdriet
En word door eenieder betreurd
(Dit is een liedje uit de tijd toen er nog zogenaamde marktzangers waren. Zij maakten een liedje op elke gebeurtenis dat zij dan op een of andere markt zongen en te tekst ervan verkochten aan de toehoorders. Meestal hadden zij er ook een aantal tekeningen van gemaakt die onder het zingen met een lange stok werden aangewezen. Ik weet niet wanneer die ontploffing plaatsvond, maar het moet lang geleden zijn.)
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.