Des winters als het regent
Dan zijn de paadjes diep, ja diep
Dan komt dat loze vissertje
Vissen al in dat riet
Met zijne rijfstok, met zijne strijkstok
Met zijne lapzak, met zijne knapzak
Met zijne leren van dere domdere
Met zijne leren leersjes an
Dat loze molenarinnetje
Ging in haar deurtje staan, ja staan
Omdat het aardig vissertje
Voorbij haar henen zou gaan
Met zijne rijfstok, met zijne strijkstok
Met zijne lapzak, met zijne knapzak
Met zijne leren van dere domdere
Met zijne leren leersjes an
Wat heb ik u misdreven
Wat heb ik u misdaan, ja daan
Omdat ik niet met vreden
Voorbij uw deurtje mag gaan
Met mijne rijfstok, met mijne strijkstok
Met mijne lapzak, met mijne knapzak
Met mijne leren van dere domdere
Met mijne leren leersjes an
Gij hebt mij niets misdreven
Gij hebt mij niets misdaan, ja daan
Maar ge moet mij driemaal zoenen
Eer gij van hier moogt gaan
Met uwe rijfstok, met uwe strijkstok
Met uwe lapzak, met uwe knapzak
Met uwe leren van dere domdere
Met uwe leren leersjes an
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.