Dichter bij de bossen,
Dichter bij de velden,
Dichter bij de bloemen in de wei,
Al de kleine sprookjes,
Die ze ons vertelden,
Blijven ons in later leven bij!
We laten de stad
Voor wat ze is.
Het is er wel mooi,
Maar nooit zo fris,
Nooit zo fris als daar,
Waar de bonte vlinders stoeien,
Om de perelaar.
Dichter bij de velden,
Dichter bij de wolken,
Dichter bij het leeuwerikenlied,
Wij gaan met z’n allen
Bos en hei bevolken,
Beter soort ontspanning is er niet.
We zijn al op mars
Gezond en fris,
En niemand zit dwars,
Hoe ver het is.
Ver is het alleen
Voor Jan Salie’s achterneven,
Nou, dat is er geen.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.