
Vader, ik weet dat in eindloos erbarmen,
Gij op uw dwalende kinderen wacht,
dat Gij ze noodt in uw wijdopen armen,
dat Gij ze roept met uw stemme zo zacht.
[Refrein]
Is het voor mij dat uw hart is bewogen,
is het voor mij dat Gij wachtende staat.
Gelden ook mij uwe smekende ogen,
Vader, o is het voor mij niet te laat?
[Refrein:]
Neem dan, o Vader, mijn kostbare leven,
dat het aan U en uw dienst zij gewijd.
Laat mij dan alles ten offer U geven,
laat mij U volgen, waarheen Gij ook leidt.