
Op den Alpen klinkt het lied,
Van den Tiroler zoo schoon
Snelt natuur met zijne zangen,
In harmonische toon.
Antwoord de echo niet
Tot zijn lied,
Antwoord de echo niet
Tot zijn lied,
Antwoord de echo niet
Tot zijn lied,
Antwoord de echo niet
Tot zijn lied.
Daalt de avond, kleurt het hemelboog
Strak zoo schoon den hemelboog,
Ruischt een koeltje valt de schaduw
Voor den nacht in ons oog.
Tot zijn lied,
Antwoord de echo niet
Tot zijn lied,
Antwoord de echo niet
Tot zijn lied,
Antwoord de echo niet
Tot zijn lied,
Antwoord de echo niet
Tot zijn lied.
Hevige stormen rollen neder
Klieven bliksem door den lucht,
Jagen wolken door het luchtruim
In pijlsnellen vlucht.
Tot zijn lied,
Antwoord de echo niet
Tot zijn lied,
Antwoord de echo niet
Tot zijn lied,
Antwoord de echo niet
Tot zijn lied,
Antwoord de echo niet
Tot zijn lied.
Kniel dan neder, eik en ceder
Bergen buigt u in ’t stof,
Breng o dalen, den natuur,
En hun den schepper uwen lof.
Tot zijn lied,
Antwoord de echo niet
Tot zijn lied,
Antwoord de echo niet
Tot zijn lied,
Antwoord de echo niet
Tot zijn lied.
Nietig sterv’ling sla uw blikken
Diep ootmoedig hierbij neer,
Stamel beden, zend een danklied
Voor de schepper uwen Heer.
Antwoord de echo weer
Tot zijn Heer,
Antwoord de echo weer
Tot zijn Heer,
Antwoord de echo weer
Tot zijn Heer,
Antwoord de echo weer
Tot zijn Heer.