Er schommelt een wiegje in ’t bloeiende hout
Een wiegje met bloemengordijntjes
Dat hebben twee vogeltjes samen gebouwd
En zie eens hoe keurig en fijntjes
Als het windeke speelt, de loverkes streelt
Dan schommelt het tedere wiegelijn mee
Als scheepje op deinende zee
In ’t schommelend wiegje is wonder geschied:
uit de eitjes zijn jonge geboren
Nu zingt in verrukking het Gaaike zijn lied
een liedeken zoet om te horen
Hoe ’t jubelt door ’t hout
Hoe ’t schatert door ’t woud
En ’t moederke dekt ze, van ’t luisteren niet moe
met koesterende vleugeltjes toe
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.