Geen wiegje als rustplaats, maar een krib was ’t weleer
Waar ’t Kindeke Jezus lei zijn hoofdje ter neer
De sterren, zij keken van de hemel zo mooi
Naar het Kindeke Jezus, hoe hij sliep in de hooi
Door ‘ loeien der koetjes was het Kindje ontwaakt
Maar daardoor werd ’t Kind niet aan ’t schreien gemaakt
Heer Jezus, nu ziet God uit de hemel ter neer
Ik dank U, dat G’ eens ook een kindje waart, Heer
O zegen de kind’ren veraf en dichtbij
Gij houdt van hen allen evenveel als van mij
Gij wilt, dat wij kind’ren al zijn wij nog klein
Bij U in de hemel ook eens zullen zijn
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.