Gelukkig is het land
Dat God de Heer beschermt
Als daar met moord en brand
De vijand rondom zwermt
En dat men meent: Hij zal
’t Schier overwinnen al
Dat dan, dat dan, dat dan,
Hij zelf komt tot de val.
De hoeder Israëls
Die slaapt noch sluimert ooit
Hij helpt uit veel gekwels
Zijn volk, ’t welk was verstrooid
Door ’t Spaanse boos gebroed
En doet haar nog dit goed
Dat zelf, dat zelf, dat zelf
De vijand lopen moet.
Gedankt moet zijn de Heer
De God die eeuwig leeft
Dat Hij ons ’t zijner eer
Weer overwinning geeft
Wat wonder heeft de kracht
Des Heeren al gebracht
O, Heer, O, Heer, O, Heer
Hoe groot is Uwer macht.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.