Meisje, wat heb jij op je geweten,
Meisje, wat heb je me kwaad gedaan,
Ik kan niet meer werken, niet meer eten,
Al mijn levenslust is naar de maan.
Dat ik jou, mijn schat, heb leeren kennen,
Was heel treurig voor ons allebei.
Ik ging van je houen,
Maar ‘k kan je niet vertrouwen,
Meisje lief, jij bent geen vrouw voor mij.
Refrein:
Had je niet die mooie blauwe oogen,
Had je niet dat ravenzwarte haar,
Dan was ik er nimmer ingevlogen,
Was er nimmer voor mijn rust gevaar.
Maar als jij me aankijkt met die kijkers,
Is ’t alsof ik in de diepte glij,
Dan vergeef ik alles, je zonden en je fouten,
En alles is weer voorbij.
Meisje, waarom moet je altijd stoeien,
Meisje, dat doet mij zooveel verdriet.
Moet je je met anderen bemoeien,
Voel je dan mijn harteknagen niet?
Ik heb geprobeerd je te vergeten,
Omdat dat voor mij het beste is.
Ik probeer al weken voorgoed met je te breken.
Als ik je gezien heb, is het weer mis.
Meisjelief, ik wou dat ‘k je kon haten.
Jij bent wel lichtzinnig, maar niet slecht.
Zou je maar je streken kunnen laten,
Dan kwam alles wel weer goed terecht.
Waarom doe je al die malle dingen,
Heb je aan een jongen niet genoeg?
Kan je dan niet trouw zijn,
Een degelijke vrouw zijn,
’t Was toch niet zoveel, wat ik je vroeg?
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.