
Onze haan dat is een baas, ’t Is een echte rakker
’s Morgens vroeg is hij alleen ’t allereerste wakker
en dan kraait hij o zo luid
Kom eens gauw je bedje uit!
Kukelekuku, kukelekuku
Kukelekuku, kukelekuku
Nu zal hij zijn oudste zoon, ook het kraaien leren!
‘k Zal ’t je voordoen, zei Papa,
dan moet jij ’t proberen
En aan ’t einde van de nacht
klonk het werkelijk heel zacht:
u-ele-u-u, u-ele-u-u
u-ele-u-u, u-ele-u-u
-o-o-o-o-o-