
Refrein:
Jouw hart is zo hard als een steen, Marie.
Er is er niet een, Marie, met een hart zo hard.
Jouw hart is zo hard als een steen, Marie.
Er is er niet een, Marie, met een hart zo hard.
Een ezel stoot zich vast niet tweemaal aan dezelfde steen,
Maar aan dat stenen hart van jou, stoot iedere man zich bont en blauw.
Jouw hart is zo hard als een steen, Marie.
Er is er niet een, Marie, met een hart zo hard.
Marietje, ik snap werk’lijk niet wat of jou bezielt.
Er was zo menig jonge man, die dolveel van je hield.
Dat weet ik, maar er is geen man die mij iets interesseert
En toe, begin jij nou ook niet, want heus, je bent verkeerd.
Refrein
Marie, ik geef de moed niet op, eens moet jij keuze doen.
Vol spanning vragen wij ons af: ‘Wie krijgt de eerste zoen?’
Ja jongen, dat is eerlijk ook een open vraag voor mij,
Maar als ik om mij heen kijk: Hier is hij beslist niet bij.
Refrein
Jij denkt misschien: ‘Ik heb geen haast, die keuze heeft nog tijd.’
Maar denk er aan: ‘Ook jij raakt eens je jeugd en charme kwijt.’
Ach, malle vent, ik ben heus niet de schoonste van ’t land,
Maar dit staat vast: Mijn eerste zoen krijgt nooit een muzikant.
(Dat is niet erg, als ’t de tweede dan maar is)
Refrein
Met een hart zo hard.
Met een hart zo hard.