Home / Liedjes / Het IJzerlied

Het IJzerlied

(tekst: Boekhout/Wijze: Lakenbrug)

Wij Belgen vergeten nooit ons land,
Al is het nog zoo klein.
Zoolang ons braven Koning strijdt,
Met de wapens in zijn hand.
Dat is een vorst, die vergeten wij nooit,
Zoolang ons adem gâ.
Het is een man met een groot verstand,
Die de vijand gade slâe.

Refrein:
Belgen, houd goeden moed,
Eens wreekt gij toch Uw bloed.
Bezwijken zal hij toch die wrede Pruis,
Hij wordt gevangen gelijk een muis.
Geen bang voor een Zeppelin,
Hij wordt vernietigd door ’t vliegmachien.
De verbonden gaan toch vooruit,
De vijand moet Belgen uit.

Het is nu toch een wreden tijd,
Als men van den oorlog hoort.
Zij hebben alles onverwijld,
Gebrand en uitgemoord.
Maar toch het zal den Duitsch niet gaan,
Italië komt ook al aan.
Hij wordt een groote twijfelaar,
Europa maakt zich klaar.

Refrein

O! Duitsch waar was toch uw verstand,
Toen gij zoo onverwachts,
Een blaam deed aan ons Vaderland,
Die elk mensch veracht.
En ons verjaagt uit huis en kluis,
O! wat een vreeslijk kruis.
Maar gij zult weten wat gedaan,
Aan de IJzer blijft gij staan.

Refrein

De Keizer had dat niet verwacht,
Zoo min als Napoleon,
Hoogmoed welke hem tegen lacht,
Het hun zou gaan voor de zon.
Maar houdt het vol zoolang het kan,
Terug dat kan niet zijn,
Vooruit dan maar, met muziek en trom,
Wie komt van dien doodmarsch weerom?

Refrein

Wij Belgen wachten het geduldig af,
Op Neerlandsch dierbaar grond.
Want om te klagen dag en nacht,
Dat verveelt in onze mond.
Leest men de courant of een gazet,
Men wordt toch al niet wijzer.
De troepen hebben het er op gezet,
Zij blijven steeds aan den IJzer.

Refrein

De Duitschers die vervelen het ook,
Om nog naar de IJzer te gaan.
Vijfhonderd kwamen Holland in,
Zij kleeden twee beelden aan.
In Hoboken is dat gebeurd,
Dat was toch om te lachen,
Zij wilden niet aan de IJzer staan,
Zoo kwamne zij op de gedachte.

Refrein

De wacht die kwam den toren op,
Maar helaas wat zagen zij staan,
Zij hadden de pinhelm op de kop,
Mantel en sabel aan.
Zij presenteerden het geweer,
De commandant die stond verstomd,
Laat die twee toch hier maar staan,
Die kunnen toch niet naar het front.

Refrein

Vrienden zoo aks u ziet,
Gaan die soldaten niet.
Zij waren gevlucht al van haar post,
Voor dat zij waren afgelost,
Zoo zullen er duizend gaan,
Die niet aan den IJzer gaan staan.
Zoo moet het gaan, dan krijgen zij verstand,
Dan trekken wij spoedig naar ’t Belgenland.

Refrein

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten