Home / Liedjes / Het kado van Bet an d’r zeeman

Het kado van Bet an d’r zeeman



Zeg Bet, ik zat maar te verlangen
Ik snapte niet wat of er was,
Ik had zoo’n tijd niks meer ontvangen
Toen kwam je pakkie goed van pas.
Voor ik je briefie had gelezen,
Dat onder op den bojem lag,
Dacht ik ze moet krankjorum wezen
Toen ik dat zakkie aarde zag.

Refrein:
Ik zal dat hoopie zand bewaren
Tot ik medeen weer binnen kom.
Me landje en jouw rooje haren
Die zijn m’n alles denk er om.

Dat pitje heb ik ook gevonden
Ik heb ’t dadelijk gepoot.
En sinds je mijn ’t hebt gezonden
Is ’t al een duim of vijftien groot.
’t Kruipt al aardig langs ’n stokkie
En zeg, nou zal je lachen meid:
Dat lust me een zoetwaterslokkie
Als ik m’n oorlam op m’n tijd.

Refrein

De jongens komme wel ’s snorre!
En vraag’ waar of ik mee speel
Ze snappe’ niet wat ’t mot worre’
’n Stokdwijl of ’n bezemsteel.
Ik stoor me niks an al die praatje
Ik troost me met dat plantje maar
En kijk ik naar z’n rooje blaadjes
Dan denk ik aan jouw rooie haar.

Refrein

Zeg Bet je mot er niet van prate’
Maar als ik naar dat dinchie loer
Dan mot ik soms me trane’ late’
En sta te griene’ an ’t roer.
Eerst dacht ik me nog te vergisse’
Wat mot ik met dat hoopie zand
Nou kan ik ’t al niet meer misse’
Dat stukkie van m’n vaderland.

Refrein

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten