Een vriend van de zeeman is ’t licht op de kust,
Dat ginds uit de vuurtoren straalt;
In tijden van nood geeft het menigmaal rust,
Dat licht heeft nog nimmer gefaald.
Hun strijd met de baren is dikwijls zoo groot,
Zij keren nooit weder misschien;
Maar zij die ontkwamen den vres’lijken dood,
Zijn dankbaar dat licht weer te zien.
Refrein:
De vuurtoren werpt z’n licht overzee,
De zeeman begroet het zoo blij.
Wanneer hij keert huiswaarts de vangst viel ook mee
En komt nu de kust naderbij;
Dan ziet hij voor ogen z’n lief of z’n vrouw
Of moeder die thuis op hem wacht,
Dan klinkt blij z’n lied vol van liefde en trouw
Door dat licht in den donkeren nacht.
Het roept hem van verre naar ’t veilige strand,
Ten teken de haven is hier.
Daar wacht hem z’n vrouw met haar kind aan de hand,
Dat vader omhelst van plezier.
Zoo spreekt dan dat licht tot die mannen op zee,
Die stormen en noodweer doorstaan.
Het is hun een steun in het wel en het wee,
Zoo vaak zij naar zee moeten gaan.
Refrein
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.