
Er was een oorlogsschip
Er was een oorlogsschip
Dat was al op een duimpje na
Gezonken op een klip
Dat was al op een duimpje na
Gezonken op een klip
En er was een oude vrouw
En er was een oude vrouw
Die nam het hele oorlogsschip
En stak het in haar mouw
De volgende coupletten worden door de aanwezigen bij toerbeurt geïmproviseerd, totdat het lied besluit met:
Al het ov’rige was van glas
Al het ov’rige was van glas
Nu vraag ik aan een iedereen
Of dat geen wonder was
Nu vraag ik aan een iedereen
Of dat geen wonder was
Wie zijn beurt verzuimt, of te lang nadenkt, geeft een pand.