Aan de Eufraat, in ’t zonnige zuiden
gaan de slaven langs brandend hete oevers
Zie ze zwoegen, gekluisterd aan banden
en de striemen dringen zich diep in hun huid
Zie ze trekken langs eind’loze wegen
waar het steengruis hen dringt in barre voeten
In hun zangen weerklinkt er hun lijden
en ’t verlangen naar hun vaderland
Dierbaar land, waar’k eens vrij mocht leven
Dierbaar land, waar ’t geluk is gebleven
De herinn’ring aan u maakt zwaarmoedig
want de last die ons drukt is zo zwaar
Laat mij gaan naar het graf van mijn Vader
Geef mij vrijheid bij zuster en broeder
Aan de Eufraat in ’t zonnige zuiden
dragen slaven moeizaam hun lasten voort
Sta ons bij, onze God in ons lot,
sta ons bij, onze God in ons lot,
in ons lot, in ons lot.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.