‘Brief van een trouwlustige juffrouw naar aanleiding der volgende advertentie:’
Huwelijk,
Flink man, goed postuur, middelbare leeftijd, zoekt kranig wijf, recht
door zee met een flinke spaarpot en een vrolijk humeur. Brieven
franco… enz. enz.’
Waarde Mijnheer,
Omdat ik mijn hele leven
Op geen annonce schrijven wou
Ben ik steeds ongetrouwd gebleven
Hoewel ik heel graag trouwen zou
Dat ik er nu toe ben gekomen
Strekt u zelf het meest tot eer
Ik schrijf dit briefje zonder schromen
U leek mij een fatsoenlijk heer
U vraagt niet in uw advertentie
Zoals gewoonlijk een portret
Dat trok bijzonder mijn attentie
Ik vond dat delicaat en net
Ik moet daar zeker uit besluiten
Dat schoonheid het bij u niet doet
U oordeelt niet alleen van buiten
U kijkt dus ook naar het gemoed
U bent een man van rijpe jaren
Ik ben omstreeks precies zo oud
En dat kan u mijn broer verklaren
Ik heb daarbij een hart van goud
Ik hield wel vroeger van ’n geintje
Toch wist ik mij steeds te ontzien
Ik bleef zo rein als ’n begijntje
Enfin, dat zal u zelf wel zien
Houdt u soms van een huis’lijk leven
Van rust en van gezelligheid
Dat kan ik u hier volop geven
Mijn huis dat is mijn zaligheid
Ik hou er niet van uit te lopen
Ik ga eens per jaar naar stad
Om enkele dingen bij te kopen
Maar dan lig ik drie weken plat
Geloof niet dat wij ons hier vervelen
Dat is voor ons iets ongewoon
Mijn broer kan heel mooi orgel spelen
We hebben ook ’n grammofoon
O, vroeger was ik dol op lezen
Maar ‘k kan nu ’s avonds slecht meer zien
Of ’t moeten grote cijfers wezen
Daarom spelen we dikwijls kien
Ik heb ’n hond, ’n aap, twee sijsjes
’n Leeuwerik en ’n papegaai
Die fluit van allerhande wijsjes
Daarin hebt u bepaald uw draai
‘k Heb ook ’n toetje van een poesje
Dat beest dat is mijn grootste pret
O gunst meneer, ’t is zo’n snoesje
Hij slaapt altijd bij me op bed
Ik kan stil leven van mijn renten
Maar als mijn broer soms sterft voor mij
Krijg ik nog ’n paar losse centen
Hij is de vijftig al voorbij
Het moet toch zeker iets betekenen
Dat hij sinds lang zo weinig eet
Je mag op iemands dood niet rekenen
Maar ’t is toch goed dat u ’t weet
Iets wat u ook wel zal bevallen
We krijgen eens per week bezoek
Dan zingen we psalmen met z’n allen
Bij ’n kopje thee met peperkoek
U moet dus gauw eens komen kijken
’t Is niet zo ver hier per spoor
En als we elkander zouden lijken
Dan moet de kogel er gauw door…
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.