Anneliesje was een meisje van even achttien jaar,
Met mooie blauwe ogen en massa krullend haar.
Maar ze had een klein gebrekje,
Ik vertel het u terstond,
Wanneer haar moe de paling kocht
Dan gilde ze in ’t rond:
Refrein:
Ik mottemottemot geen paling,
‘k Heb maling aan paling,
Ik heb er al m’n buik van vol, m’n buik van vol, m’n buik van vol.
’t Zijn van die vieze beesten,
Zo dik zijn de meeste.
Ze kriebelen en draaien heen en weer,
Ik mottemottemot geen paling meer!
Anneliesje kreeg verkering,
Met een palingboer.
Om aan zo’n vent te wennen,
Dat was een hele toer.
Hij gaf haar een presentje,
Tien palingen in een bos,
Maar toen ze naar die paling keek,
Toen brulde ze er op los:
Refrein
Anneliesje is gaan trouwen
En toen ze in de nacht
Door haar lieve brui’gom
Naar bed toe werd gebracht,
Toen zei ze: ‘Lieve jongen,
Doe nou maar wat je wil’
Maar midden in de nacht hoorden
De buren plots een gil:
Refrein
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.