Home / Liedjes / Ik was een jongeling

Ik was een jongeling

(Op de melodie van Psalm 19)
Met dank aan Janny Minnema-Buitenhuis voor het insturen van de tekst

Ik was een jongeling,

Nog teder en gering

Bij broed’ren laag geacht;

Men had mij in het veld

Tot herder aangesteld:

Daar hield ik steeds de wacht

En weidde ’t wollig vee.

Toen maakt ’ik weltevree

Een harp met eigen handen;

Ik greep het snarentuig,

‘k Zong psalmen; van ’t gejuich

Weergalmden onze landen.



Wat blijdschap! Welk een eer,

Dat zelfs de Hemelheer

Wou luist’ren naar ’t geklank

Van mijne harp en stem!

Mijn lied behaagde Hem

En ‘k zei zijn goedheid dank.

Hij had mij ’t rijk besteld:

Men riep mij uit het veld,

Van achter ’s vaders schapen:

Ik kwam en stond bedeesd

Verlegen en bevreesd:

God werd mijn schild en wapen.



Der broed’ren schoon gelaat,

Noch kracht kwam hen te baat,

Geen moed, geen krijgsbeleid:

Gods knecht ging hen voorbij,

Maar groett’en zalfde mij,

Toen rees mijn dapperheid.

Toen voeld’ik ene gloed

Van heilige hedenmoed.

Ik ging de reus bevechten,

Ik velde hem ter aard;

‘k Versloeg hem met mijn zwaard,

tot eer van ’s Heeren knechten.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten