
In de stad van koning David, in een nederige stal,
lag een kindje in de kribbe, ’t was de Koning van ’t heelal.
Jezus Christus, God en Heer, daald’ op aard als Redder neer.
Hij zocht woning op de aarde, om te redden van de dood,
allen die in Hem geloven, die Hem zoeken in hun nood.
Jezus Christus, God en Heer, daald’ op aard als Redder neer.
Eenmaal zal Hij wederkomen, die eens woonde in een stal.
Hij zal komen op de wolken, zodat elk aanschouwen zal:
Jezus Christus, God en Heer, daald’ op aard als Redder neer.