Home / Liedjes / In ’t Boschje

In ’t Boschje


In ’t Boschje, in ’t Boschje,
In ’t ‘s-Hertogenboschje
Heeft men een gevangenis staan,
Daar zitten veel Pieten,
Maar meestal bandieten,
Dat is in dit lied te verstaan.
Vier van deze heeren
Braken zonder mankeeren
Des nachts de gevangenis uit,
’t Gevangenisleven
Kon hen niets meer geven
Dan louter een enkele duit.

Refrein:
Hup! Vier vlogen er tusschen uit,
Hup! Vier vlogen er uit,
Wijnen die was er het eerst uit zijn cel,
Hij dacht, nu volgen de anderen wel,
Hup! Daar vloog Roos er ook vandoor,
Ook Donker, de Haan en in koor
Zong dit viertal tesamen het schoonste kwartet
En schaterde luid van de pret.

De tuchthuisboef Wijnen
Zoals er meer zijnen
Had sleutels goed gefabriceerd
Hij dacht zijn dat sloten?
Dra maak ik ze open
En ben dan zeer spoedig gesmeerd;
De cel was reeds open,
Ging spoedig hij loopen
Naar Donker, De Roos en De Haan,
Naar de ziekenzaal henen
Zijn zij naar wij meenen
Heel kalmpjes en net heen gegaan.

Refrein

Reeds vroeg in den morgen
Vertrok zonder zorgen
Dit viertal er stil tusschen uit
Hun klompen voor ’t bedje
Voltooide dit pretje
Een pop op hun bed was ’t besluit
Zoo werden bedrogen
Al zonder meêdogen
De bewakers die toen kwamen rond,
In plaats van vier boeven
Je moet ze maar proeven
Niemand op hun kribben meer vond.

Refrein

Justitie, politie
Desnoods met amunitie,
Zorgt voor opsluiting van een bandiet,
Weer anderen die ’t wenschen
Bewaken die menschen
Doch doen juist nu ’t zelfde niet;
De een moet ze vangen
Op hooger verlangen
Een ander ze vluchten weer laat
Bewakers die dieven
Zoo zijn ten gerieven
Is een klucht die ook hier weer bestaat.

Refrein

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten