Home / Liedjes / Jachtvermaak

Jachtvermaak


jacht jager

[Zij:]
Als de herfst weer komt in ’t land,
met zijn storm en vlagen,
grijpt de jager naar zijn buks,
is ’t de tijd van jagen

[Hij:]
Overal op bergen en dal,
hoor je schoten knallen.
’t Jachtroer knalt, de hoorn schalt,
tot de dag gaat vallen.

[Refrein:]
De jacht de jacht,
is een edel vermaak,
voor groot voor jong en voor klein.
Wanneer de jacht op aard niet bestond,
zou ’t leven eentonig zijn

[Zij:]
’n Vrouwtje dat veel dochters heeft,
geeft zeer veel partijen.
Want ze ziet haar spruiten toch,
o zoo gaarne vrijen

[Hij:]
Sophie Nina en Catrien,
spelen de kokette,
tot een jonge luitenant
vast raakt in hun netten.

[Zij:]
Middernacht wordt met een gil,
Jansen’s vrouwtje wakker.
Manlief in m’n beenen beet,
zoo een rooie rakker.

[Hij:]
Jansen stijgt weldra ter jacht,
kan naar ’t beestje fluiten.
Kust hij vrouwlief goeden nacht,
bijt ze hem in z’n kuiten.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten