Home / Liedjes / Janus heb jij je hoedje op
1430

Janus heb jij je hoedje op


Ik ben een nette jongen
Ik kleed me ook graag goed,
Op feestelijke dagen
Draag ik een hoogen hoed.
Die kan de buurt niet velen,
Als ik Zondags wand’len ga
Dan roepen alle jongens
Uit onze buurt ons na.
‘k Doe net of ik ’t niet hoor.

Refrein:
Janus heb jij je hoedje op,
Janus wat doe jij met zoo’n dop,
Janus heeft op z’n kanus,
Zijn hooge zij, nou is ie blij
Janus wat heb je op jekop.
Janus is nou de zuurkool op,
Janus heeft op zijn kanus,
Zijn hooge hoed, ’t staat hem goed,
Die apen snoet.

Ik ging laatst op visite
Bij kennis en patroon
‘k Dronk hier en daar een borrel,
En was niet meer brandschoon.
De kou had mij bevangen,
Voor ’t eerst zoolang ik leef
Viel bijna van ’t stoepje
Mijn hooge hoed stond scheef.
Toen riepen me weldra, de jongens achterna:

Refrein

Ik ben onlangs gaan trouwen,
En ik reed met mijn bruid,
Heel netjes naar ’t stadhuis toe
En stapte deftig uit.
De buurt stond daar te wachten
En riep daar is ie nou
Daar heb je onze Janus
En daar heb je zijn vrouw.
Zoo deftig is ie weer, ’t is net een mijnheer.

Refrein

En ga ik met mijn vrouwtje,
Soms naar de Entos heen
Zet ik mijn hoogen hoed op,
Dat is deftig naar ik meen.
En of ze dan al schreeuwen
Ik maak me heusch niet dik,
Ik blijf heel kalm van buiten
En ‘k denk krijg maar de hik.
Ik loop maar deftig door, al zingt het heele koor:

Refrein

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten