Er komt voor ieder in ’t leven,
Eenmaal het wondere uur,
Dat je je hart weg moet geven,
Dat is eenmaal zo de natuur.
Alles verdwijnt om je henen,
Alles op aarde verbleekt,
En je leeft slechts voor die ene,
Als je verliefd tot haar spreekt:
Refrein:
Je bent met goud, met goud niet te betalen,
Geen diamant kan zoveel licht uitstralen,
Jou te bezitten en jou te beschermen,
Zal voortaan slechts mijn levensinhoud zijn.
En als je eenmaal getrouwd bent,
’t Stormachtige is er vanaf,
Dan als je het leven dichtbij kent,
Is huisarrest soms een straf.
Ga je een keertje met vrienden,
Zo zonder vrouw eens op stap,
Zing je wanneer je naar huis komt,
Tot ’t boze vrouwtje als grap:
Refrein
En nog wat ouder geworden,
Blijf je weer liever in huis,
Zing je bij ’t wassen der borden:
‘Vrouwtje bij jou voel ‘k me thuis.’
Vrienden zijn dan overbodig,
Langzaam kom dan de oude dag,
Heb je elkaar het meeste nodig,
Zeg je met weemoedige lach:
Refrein
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.