Home / Liedjes / Jodensoldaatje ’t

Jodensoldaatje ’t

Met dank aan Wil van der Meij voor het insturen van de tekst

In het stille straatje,
Staat een klein soldaatje,
’n Joodje zwak en bleek.
Dat hij opgeroepen,
Mee moet met de troepen ,
Maakt hem gans van streek,
Maakt hem gans van streek.
En als de trommel van rombom slaat,
Pinkt hij een traan weg, de Jodensoldaat.

Daar komt om een hoekje,
Tot een laatst bezoekje,
’t Jodenmeisje aan.
Zedig, ingetogen,
Met verlegen ogen,
Blijft zij even staan,
Blijft zij even staan.
En als de trommel van rombom slaat,
Kust zij tot afscheid de Jodensoldaat.

Ruwe hoornsignalen,
Storen idealen,
Van hun jong gedoe.
In ’t gelid nu staat hij,
Met de troepen gaat hij,
Naar de grenzen toe.
Naar de grenzen toe.
En als de trommel van rombom slaat,
Staat hij te beven de Jodensoldaat.

In het duister slopje,
Leunt een donker kopje,
Tegen de deurpost-rand.
In verlangen wachtend,
Glijden haar gedachten,
Naar dat vreemde land.
Naar dat vreemde land.
En als de trommel van rombom slaat,
Valt op het slagveld de Jodensoldaat.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten