Jongens, meisjes, opgestaan,
Wij gaan wand’len, wij gaan wand’len.
Kijkt me niet zo slaap’rig aan,
Ga mee wand’len.
Vlug wat, slapers, uit de veren!
Zijt ge nog niet in de kleren?
Hoort, de wind bonst op de ruit,
Opstaan! Opstaan, trekt er uit!
Wand’len is zo’n heerlijk werk,
Wij gaan wand’len, wij gaan wand’len.
Wand’len maakt je kwiek en sterk!
Ga mee wand’len.
Sterk van binnen, sterk van buiten,
Flinke longen, fikse kuiten,
Krijg je zeker vroeg of laat,
Als je veel uit wand’len gaat.
Is ’t ook koud, het deert ons niet
Wij gaan wand’len, wij gaan wand’len.
Vrolijk zingen wij ons lied,
Onder ’t wand’len.
Voelt, hoe snel je bloed gaat vloeien,
En hoe warm je wangen gloeien.
Laat het reeg’nen dat het giet,
Van de regen smelt je niet.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.