In mijn buurt daar woont een zek’re juffrouw Donselaar,
Die bezit een ongelooflijk lelijk benenpaar.
Zij loopt danig in de gaten,
Als zij wandelt door de straten,
En de jeugd zingt bij het zien van haar:
Refrein:
Oh juffrouw Donselaar wat staan je benen raar, o, o, o.
Het is geen hom of kuit, och mens wat zie j’ eruit o, o, o.
’t Zijn een paar kromme dunne latjes,
En daarbij zit dat brandhout vol met spatjes.
Oh juffrouw Donselaar wat staan jouw benen raar,
Geen hom of kuit wat zie j’ eruit!
Eindelijk kreeg ze een vrijer die erg bijziende was.
Die had nergens erg in, en dat kwam haar goed van pas.
Maar hij ging recht op zijn doel af,
Tastend ging hij op de voel af,
En toen brulde hij, maar dat is kras:
Refrein
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.