Een lied, een lied, een vrolijk lied!
Dat hoort, want kommer en verdriet
Zijn hier in ’t duin verbannen.
Als trouwe makkers wonen wij
In onze tent, van zorgen vrij
Tracht elk zich hier te-ontspannen.
Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat
Juicht heel ons troepje in de maat:
‘O blonde duinen, weest gegroet!’
Wat kun je meer begeren,
Dan één van zin met blij gemoed
In ’t duinland te kamperen.
Elk kent zijn taak, ja dat staat vast!
En trouw dient daar wel op gepast,
De zaak is goed besproken:
Wie ’t kampvuur stookt, wie water haalt,
’t Werd alles juist door ons bepaald,
En wie de pot zal koken.
Al brandt er soms wat aan, nou ja
We smullen toch en zingen dra:
‘O blonde duinen, weest gegroet!’
Wat kun je meer begeren,
Dan één van zin met blij gemoed
In ’t duinland te kamperen.
Aan gindse duinvoet lokt de zee,
En wie doet daaglijks graag niet mee
Aan ’t baden, plassen, stoeien.
Tot klimmen, klaut’ren steeds bereid
Gaan wij straks dwalen wijd en zijd,
Wie denkt er aan vermoeien.
Om ’t kampvuur ’s avonds toeft de rust
En dankbaar zingen we met lust:
‘O blonde duinen, weest gegroet!’
Wat kun je meer begeren,
Dan één van zin met blij gemoed
In ’t duinland te kamperen.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.