Home / Liedjes / Karlijntje

Karlijntje


Zij kwamen van den Bosch gereden,
Al waar het groote kermis was.
De pachter en de pachteresse,
Karlijntje blond als vlas.
De pacheresse zij bekommerd,
Daar flikkert als een star.
Intusschen zat Karlijntje stil te droomen,
Van achter op de kar

Een knaap trad uit het hooge koren,
En wipte naderbij.
Het was een stoute vlugge kerel,
Dra zat hij aan haar zij.
De boer sprak van de kermisfeesten,
Was lollig als een nar,
Terwijl de handjes naar elkander tasten,
Van achter op de kar

Een logge wolk kwam aangewenteld,
Zoo donker als een muur.
Zij scheurde plidder plettend open,
En spoog de lucht vol vuur.
Het ging te vierklauw door de bosschen,
Al heel voorbij een spar,
Terwijl de lipjes naar elkander zochten,
Van achter op de kar.

De minnaar zei audieu Karlijntje,
En sprong weer op de baan.
Karlijntje had in heel haar leven,
Geen mooier reis gedaan.
Nog nooit voelde zij haar zinnen,
Zoo lekker in de war.
Ik wensch u allen zulk een leutig tochtje,
Van achter op de kar

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten